Balearen verslechteren op sociaal gebied

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 5 Minuten -

De Balearen geven 416 euro per inwoner uit aan sociale uitkeringen, 11,9 % minder, en staan daarmee op de veertiende plaats wat betreft de ontwikkeling van hun socialezekerheidsstelsel. Zij zijn de enigen die in 2024 zijn verslechterd en na een aanhoudende verbetering sinds 2012 vertonen zij de afgelopen drie jaar een dalende trend.

Deze achteruitgang is vooral duidelijk op economisch vlak en ook in de organisatie van het stelsel. Alleen de effectieve dekking van uitkeringen en diensten is verbeterd, volgens het jaarverslag “Index van de ontwikkeling van de sociale diensten” dat maandag is gepubliceerd door de Nationale Vereniging van Directeuren en Managers in de Sociale Sector.

De drie indicatoren voor het economische belang van de sociale diensten op de Balearen verslechteren en blijven onder het landelijk gemiddelde. De uitgaven per hoofd van de bevolking van de openbare besturen van de Balearen (CAIB, Consells en gemeentebesturen) daalden in 2023 ten opzichte van 2022 met 56,2 € (-11,9 %) van 472,2 € tot 416 €. Het landelijk gemiddelde lag in 2023 op 548,1 €.

Leestip:  Tot nu toe bijna 50 hectare bos afgebrand op Mallorca
Ga ook aan en doneer vandaag nog. Met jouw steun maken we baanbrekend onderzoek, vroege ontdekking en de beste zorg mogelijk. Dankjewel!

Het aandeel van deze uitgaven voor sociale voorzieningen in de totale begroting van de overheid daalde eveneens van 8,7 % in 2022 tot 7,4 % in 2023 (een daling met 1,29 procentpunt). Het landelijk gemiddelde lag in 2023 op 10,2 %.

Bovendien hebben de Balearen het aandeel van de overheidsuitgaven voor sociale uitkeringen in het bbp van het gebied aanzienlijk verlaagd, namelijk van 2,08 % in 2020 tot 1,83 % in 2021, 1,57 % in 2022 en 1,2 % in 2023.

De eilanden laten in drie jaar tijd een daling van 0,88 procentpunt van het bbp zien. Daarmee liggen ze ver onder het landelijk gemiddelde, dat in 2023 1,76 % bedroeg.

De Balearen scoren goed op het gebied van de opvang van minderjarigen in pleeggezinnen en de dienstverlening aan mensen met een handicap, maar liggen onder het nationale gemiddelde voor thuiszorg, verzorgingstehuizen en minimale integratiehulp.

Met 53 % van de kinderen in pleeggezinnen in het sociale stelsel, tegenover 47,8 % in het landelijk gemiddelde, lopen de Balearen ver voorop, ook al is het aandeel pleeggezinnen op de eilanden sinds 2015 gestaag gedaald van 68,6 %.

De Balearen onderscheiden zich ook door een voorziening van 2,07 woonplaatsen per 100 personen met een handicap (het landelijk gemiddelde is 1,72) en vooral door 5,97 dagopvang- of woonplaatsen (het landelijk gemiddelde is 3,13).

Wat betreft opvangplaatsen voor slachtoffers van huiselijk geweld ligt het aantal met 22,5 per 100 vrouwen met een beschermingsbevel eveneens boven het landelijk gemiddelde van 18,34.

Wat de in het rapport gesignaleerde tekortkomingen betreft, bedraagt de dekking door de thuiszorg op de Balearen 6,3 % tegenover 11,5 % in het landelijk gemiddelde, en het aantal door de overheid gefinancierde woonplaatsen 4,26 per 100 personen boven de 75 jaar tegenover 5,89 in het landelijk gemiddelde.

3,3 % van de bevolking onder de armoedegrens ontvangt op de Balearen een minimuminkomenssteun, wat de helft is van het landelijk gemiddelde (6,6 %).

Op nationaal niveau blijven de resultaten van de DEC-index voor 2024 wijzen op een geringe ontwikkeling en vooruitgang van de sociale thuisdiensten (huishoudelijke hulp en zorg op afstand) of aanvullende thuisdiensten (dagopvang), wat een aanzienlijke financiële inspanning vereist om de deïnstitutionalisering voort te zetten.

Op economisch gebied hebben de overheden in 2023 548,1 euro per inwoner uitgegeven aan sociale uitkeringen, wat neerkomt op een stijging van 7 % (36,1 euro meer); zij hebben hiervoor 10,25 % van de begroting en 1,76 % van het bbp uitgetrokken, na een piek van 1,88 % in 2022.
De dekking door thuiszorg is sinds 2010 nauwelijks veranderd, van 4,7 % tot 5,7 % van de 65-plussers. Ook de intensiteit is met gemiddeld 21,1 uur per maand zeer laag, slechts 4,2 uur meer dan in 2010.

De dekking door dagopvang is sinds 2010 nauwelijks of niet veranderd, hoewel vorig jaar voor het eerst een stijging van 0,7 plaatsen per 100 personen boven de 65 jaar naar 1,10 werd geregistreerd. Toch blijft het om een zeer beperkte dienstverlening gaan.

Telebegeleiding wordt door 11,1 % van de 65-plussers gebruikt, maar in 2024 ontbreken nog 709.234 personen om een dekking van 100 % te bereiken.
Financiële steun voor zorg in de familiale omgeving wordt door 41,9 % van de begunstigden aangewend, waarbij het gemiddelde maandelijkse bedrag 264,11 euro bedraagt, wat onvoldoende is voor degenen die thuis dagelijks zorg verlenen aan personen die zorgbehoevend zijn.

Bron: agentschappen