Een wetenschappelijk team van het Oceanografisch Centrum van de Balearen (onderdeel van het Spaans Instituut voor Oceanografie, Spaanse Nationale Onderzoeksraad) heeft een onderzoeksproject uitgevoerd naar de effecten van zonnebrandcrème en andere persoonlijke verzorgingsproducten op het mariene milieu.
Het project, getiteld Respuesta de las comunidades de microorganismos naturales a los filtros de ultravioleta procedentes del turismo marítimo (Reactie van natuurlijke micro-organismengemeenschappen op ultravioletfilters van zeetoerisme) en met het acroniem Minerva, werd uitgevoerd tussen 2022 en 2024 en loopt nu ten einde. Het was bedoeld om de kennis over de effecten van deze verontreinigende stoffen op natuurlijke mariene gemeenschappen te vergroten.
Toerisme in kustgebieden leidt tot het massaal vrijkomen van UV-filters in zonnebrandcrèmes en andere verzorgingsproducten in het mariene milieu.
Er is echter weinig informatie over de effecten op natuurlijke gemeenschappen van micro-organismen die de basis vormen van mariene voedselketens en essentieel zijn voor het lot van koolstof via biogeochemische stromen.
“Recente schattingen suggereren dat duizend strandgangers op één dag 36 kilo zonnebrandcrème in het mariene milieu kunnen lozen,” legt Eva Sintes, de leider van het project, uit.
“Gezien de complexiteit van natuurlijke gemeenschappen en de interacties tussen de verschillende organismen waaruit ze bestaan, vereist het voorspellen van de respons van kustecosystemen op de toenemende bijdrage van UV-filters en het ontwikkelen van geschikte beheersinstrumenten een grotere wetenschappelijke kennis van de respons van gemeenschappen, met name micro-organismen, die de basis vormen van mariene voedselketens en fytoplankton en bacteriën omvatten,” voegt Sintes toe.
Voorlopige resultaten, gepresenteerd op een internationaal wetenschappelijk congres, geven aan dat verschillende UV-filters veranderingen veroorzaken in de stofwisseling van micro-organismen, bijvoorbeeld in de ademhaling, en dat de reactie van organismen zoals fytoplankton of eencellige algen meer uitgesproken is dan die van bacteriën. Daarom zou de bijdrage van deze stoffen kunnen leiden tot veranderingen in de mariene voedselketens, afhankelijk van de specifieke stof en de concentratie.
Bron: Agentschappen
